Sint-Denijskerk
De eerste vestigingen in Vorst ontstonden langs de oevers van de Geleysbeek, een visrijke zijrivier van de Zenne, rond de 7de eeuw (Frankische periode).
Een inwoner van het dorp, die zich kort daarvoor bekeerd had tot het christelijke geloof, schonk een huis van hout en leem om er een kerk van te maken.
De kerk zou gewijd zijn aan Sint Dionysius de Areopagiet (lid van de rechtbank van het oude Athene), die door Sint Paulus bekeerd werd en de eerste bisschop van Athene werd.
Dit gebouw, destijds midden in de bossen en de moerassen gelegen, lag op de plaats waar nu de speeltuin naast de huidige Sint-Denijskerk ligt.
De kapel van de Heilige Alena, toen een onafhankelijke parochiekerk, dateert uit de 12e eeuw en vertoont nog altijd sporen van die periode (mooie rondboog en ramen, dichtgemetseld voor latere verbouwing).
De legende van de Heilige Alena is nauw verbonden met de oorsprong van de gemeente Vorst en gaat terug tot de periode van de bekering van de heidense Franken. De Heilige Alena werd echter pas vereerd vanaf het einde van de 12de eeuw.
De legende verhaalt dat zij de dochter van de heidense leenheer van Dilbeek was, dat ze in de 7de eeuw leefde en dat ze de mis kwam volgen in de Sint-Denijskerk nadat ze zich tot het christendom had bekeerd. Haar vader gaf zijn soldaten de opdracht haar terug te brengen naar Dilbeek. Ze behandelden Alena echter zo ruw dat ze zich stevig aan een boom vastklampte, haar arm eraf gerukt werd en ze stierf. Er verscheen een engel, die haar arm oppakte en op het altaar van de kapel legde. Het stoffelijk overschot werd in de kerk begraven en al gauw begonnen de wonderen die haar ouders ervan overtuigden dat ze zich moesten bekeren en zich in Vorst moesten laten dopen.
In het koor van de kapel van de Heilige Alena kan men de cenotaaf (leeg grafmonument) van de heilige bewonderen, die in 1193 heilig werd verklaard. Het is van de weinige grafmonumenten uit de 12e eeuw die in België bewaard gebleven zijn.
De beenderen werden in 1524 naar de abdijkerk overgebracht en uiteindelijk in een fraaie schrijn van goud en zilver gelegd die men nog kan bewonderen in het koor van die kapel, net als een relikwieënkast met een arm en de kaak van de heilige.
In de 12e eeuw werd er een romaanse kerk gebouwd tegen de kapel van de Heilige Alena, die in de 13e eeuw werd vervangen door een vroeg gothisch gebouw: het koor van de huidige Sint-Denijskerk.
Rond 1300 werden het schip en de zijbeuken gebouwd. Die werden in de daarop volgende eeuw verfraaid met een "lichtbeuk", in het begin van de 15e eeuw verlengd en afgewerkt met de benedenverdieping en de eerste verdieping van de toren.
In 1470 waren de kapel van de Heilige Alena en de Sint-Denijskerk, afgezien van andere verbouwingen, nog slechts met elkaar verbonden door een gothische boog.
In 1542 werd er een dwarsbeuk gebouwd door een deel van de zijbeuken te verbreden door de toevoeging van twee zijkapellen.
De Sint-Denijskerk bezit een veelluik en enkele schilderijen uit de 16e eeuw maar ook een Christus aan het kruis van vóór 1220, die de vroegere abdijkerk hebben opgeluisterd.